Urgentie

  • Alle partijen zijn het er inmiddels over eens dat de aardbevingen worden veroorzaakt door de aardgaswinning. De aardbevingen veroorzaken schade aan gebouwen in het gebied. Er is een toenemende zorg ontstaan over de veiligheid en het welzijn van de bewoners in Noordoost-Groningen.
  • In totaal zijn bij de NAM en het CVW sinds 2012 tienduizenden schademeldingen binnen gekomen. Voor wat betreft de infrastructuur lopen nog volop onderzoeken. In de kern van het aardbevingsgebied staan ongeveer 22.000 woningen en 1.500 andere gebouwen die schade hebben opgelopen en/of versterkt moeten worden.
  • De tevredenheid over de leefbaarheid van de woonomgeving is laag en de verhuisgeneigdheid wijkt behoorlijk af van het landelijk gemiddelde. Mensen voelen zich onveilig, de woningmarkt functioneert niet goed meer en het vertrouwen in de overheid is tot een dieptepunt gedaald.
  • De maatschappelijke urgentie ligt in het terugkrijgen van het gevoel van veiligheid, gezondheid en leefbaarheid in de getroffen gebieden. Veilig kunnen wonen, werken en naar school kunnen gaan. Daarnaast ligt er een economisch en werkgelegenheidsbelang voor zowel het gebied als Nederland. Reguliere aanpakken voldoen hier niet, en gezien de noodzaak tot tempo maken, is een crisisaanpak noodzakelijk.

Uitdaging

  • Het terugwinnen van vertrouwen van de inwoners ligt voor een belangrijk gedeelte in het ‘grip krijgen op de eigen situatie’. Er is behoefte aan helder inzicht in de bestaande situatie van de eigen woning, afspraken over de te treffen maatregelen nu en in de toekomst en de financiële afwikkeling daarvan.  
  • Binnen vijf jaar moet in beeld worden gebracht via uitgebreide inspecties en engineering welke woningen voldoen aan de norm van 10-5 (een kans van 1:100.000 per jaar om te overlijden door het instorten van de woning).
  • Zodra de resultaten van inspecties en berekeningen bekend zijn, moeten woningen die versterkt moeten worden, zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen vijf jaar, worden versterkt om ze te laten voldoen aan de norm.
  • Schadeherstel is een terugkerend fenomeen. Een woning kan worden versterkt zijn, maar iedere beving veroorzaakt mogelijk nieuwe schade. Mede omdat er veel kleine bevingen zijn die niet direct schade opleveren maar gecombineerd over langere termijn wel.
  • Mensen die hun schade niet deugdelijk laten herstellen of de schade niet door het Centrum Veilig Wonen (CVW) laten herstellen, kunnen op termijn in de problemen komen.
  • In het gebied moeten 41 schoolgebouwen worden versterkt, 29 schoolgebouwen nieuw gebouwd worden en 60 scholen gesloopt worden. Tevens is men op dit moment bezig om zicht te krijgen op het versterkingsprogramma voor de zorg.

Perspectieven

  • Herstel van vertrouwen van inwoners in de overheid.
  • Schadeherstel en het versterken van gebouwen en infrastructuur vormen een grote opgave en vormen tegelijkertijd ook een grote kans. Er komt vooral in de bouwsector extra werkgelegenheid door middel van de uitvoering van herstelwerk en het verstevigingsprogramma. Dit betreft naar verwachting enkele honderden nieuwe banen. De werkzaamheden leiden indirect weer tot meer lokale bedrijvigheid voor leveranciers. Het is van belang dat het regionale bedrijfsleven daarop voorbereid is en dat het een sterke positie inneemt bij de uitvoering.
  • Groei van de vraag naar meer vakmensen vereist dat op grote schaal werknemers zijn opgeleid, omgeschoold en gecertificeerd. Opleidingsprogramma’s maken het ook mogelijk om in te stromen in de innovatie.
  • De mogelijkheden tot (het toepassen van) innovatie zijn groot. Zowel in producten als in processen wordt in Groningen het huis van de toekomst gebouwd. Er ligt een groot perspectief in een innovatieprogramma dat een impuls geeft aan de economie en waarmee Nederland internationaal aanzien kan verwerven.
  • In samenhang met de uit te voeren versterkingsmaatregelen liggen er volop mogelijkheden om de betreffende woningen en gebouwen ook toekomstbestendig(er) te maken. Energiebesparing (verduurzaming), het levensloopbestendig maken (‘langer thuis wonen’) en gezonde en duurzame scholen kunnen worden ‘meegekoppeld’, waarbij ook rekening wordt gehouden met demografische ontwikkelingen specifiek in deze regio (krimp, ontgroening en vergrijzing).

Condities

  • Voorwaarde om met de uitrol van het meerjarenprogramma te kunnen aanvangen is dat mensen in de regio nog beter worden betrokken. Door ze beter te bevragen hoe zij zelf er tegenaan kijken waar zij oplossingen zien.
  • Mensen uit de regio zijn trots op de regio, identificeren zich hiermee en hechten waarde aan de authentieke uitstraling. Als dat bij de uitrol van een grootschalige aanpak uit het oog wordt verloren, wordt een belangrijke kwaliteit onherstelbaar beschadigd.
  • Afgesproken is dat per jaar (vanaf 2017) 5.000 inspecties worden gehouden. Dat is een hoog aantal. Om dat te halen, is uitbreiding van capaciteit nodig op de meest geavanceerde rekenmethoden.
  • De koppelkansen met STEP en Energie Besparing Eigen Huis zijn beperkt. Beide lopen tot en met 2018. Dat betekent een hoge urgentie voor snel extra middelen.
  • Er zijn beperkingen en onduidelijkheid rondom mededingingsregels (wat mag wel en wat mag niet samen), terwijl duidelijk is dat een vergaande samenwerking nodig is om deze opgave aan te gaan. Voor iedereen zijn de te volgen procedures, wet-/regelgeving en normen nu te grillig.
  • Er is sprake van veel ‘schijven’ en partijen, wat leidt tot een moeilijk te coördineren situatie. De reeks partners is groot en de verbindingen zijn nog niet stevig genoeg.
  • Er is dringend behoefte aan een onafhankelijk kennisontwikkelingsprogramma, want er zitten nog gaten in de kennis waardoor men nu nog conservatief moet rekenen. Er is behoefte aan een flexibel langjarig programma waarin bedrijven samen met opdrachtgevers en andere stakeholders kunnen leren over projecten heen en gaandeweg het programma aanpassen.

Richting 2021

  • Voelen bewoners zich gehoord, en hebben inzicht in hun eigen situatie en mogelijkheden. Ze hebben hoop en trots terug. De individuele bewoner wordt ondersteund met een digitale woonomgeving.
  • Zijn alle woningen en gebouwen geïnspecteerd en zijn voor alle (typen) woningen en gebouwen de te nemen versterkingsmaatregelen in kaart zijn gebracht.
  • zijn alle beschikbare data gebundeld en makkelijk toegankelijk.
  • In 2021 hebben de dorpen zelf een toekomstgericht plan. Dorpsbewoners bepalen zo mee wat er met het dorp gebeurt. Dit maakt dat de dorpen bij de versterkingsoperatie het ’eigen’ karakter kunnen bewaren.
  • Is er een gezonde verstandhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Vanuit een gezamenlijk belang (kwaliteit voor Groningen) is in gezonde mate overleg mogelijk en worden processen gestroomlijnd, zonder de concurrentie uit het oog te verliezen.
  • Worden waar mogelijk kansen gerealiseerd om mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt en leerlingen bij het werk te betrekken.
  • Worden processen en werkwijzen voor het versterken, verduurzamen en levensloopbestendig maken (toekomstproof) van de woningenvoorraad optimaal op de wensen van bewoners afgestemd. De bewoners staan centraal en zijn aan zet. 
  • Is in Groningen een rijk innovatief aanbod ontwikkeld in krimpproof en circulair bouwen.
  • Beschikt het Noorden over laagdrempelige test- en validatiefaciliteiten. De kennisontwikkeling in Groningen is onderdeel van het nationale kennisnetwerk; hogescholen, universiteiten en kennisinstellingen werken samen aan regionale speerpunten
  • Is toegang tot (extra) financiering en regelingen eenvoudig en overzichtelijk.
  • Heeft de overheid een ondernemersklimaat mogelijk gemaakt waar de nationale, gemeentelijke en provinciale procedures en regels tot een absoluut minimum zijn teruggebracht en samengevoegd.

Relevante initiatieven

  • BuildinG (Economic Board Groningen, Hanzehogeschool Groningen, TNO, BNL).
  • Centrum Veilig Wonen.
  • Nationaal Coördinator Groningen.
  • EPI_Kenniscentrum